‘Ze vinden allemaal dat ik een coach moet zoeken, maar ik denk niet dat jij mijn wereld begrijpt’.

‘Mijn mede directielid vindt dat ik met jou moet praten, maar zelf zie ik het nut er niet van in’.

‘Ze snappen me gewoon niet. Wat kan ik doen om beter uit te leggen hoe ik het zie?’.

Zomaar wat eerste zinnen uit intakegesprekken. Hij (want meestal is het een man) komt vechtend binnen. Kijkt mij fronsend aan en neemt mijn werkkamer op. Je ziet hem denken: wat doe ik in godsnaam hier, terwijl ik ook gewoon kan werken. Zuchtend neemt hij plaats en laat zich bedienen met water, koffie of thee. En op mijn vraag wat ik voor hem kan betekenen volgt een van de bovenstaande zinnen.

Hij wordt gestuurd door zijn omgeving en heeft zelf werkelijk geen idee waarom. Hij is gewend dat er naar hem wordt geluisterd. En dus is het om te beginnen al ergerlijk dat hij naar mijn kantoor moet komen, in plaats van dat ik naar hem toe kom, zoals iedereen. Hij begint uitgebreid te praten over wat hij doet en wat hij in zijn leven heeft bereikt. En de rest van het eerste half uur gaat op aan testen van mij als coach. Voorlopig stelt hij de vragen en niet ik. Hij wil wel eens weten wie die man die zich executive coach noemt nu helemaal is. Wat is mijn achtergrond? Wat weet ik van zijn vak? Ken ik die? En die? Gaandeweg deelt hij wat speldenprikjes uit. Eens kijken of ik wil happen.

Ik laat het maar even over me heenkomen meestal. Ik knik en luister geduldig naar zijn verhaal. Op zijn testvragen geef ik zo eerlijk en open mogelijk antwoord. Ik sta voor wie ik ben en wat ik kan, maar ik ga niet het gevecht aan. En ik zeg wat ik niet weet. Op zijn geprik reageer ik niet of met een grapje. Ik laat hem merken dat hij welkom is, met heel zijn persoon, met alle ruimte die hij inneemt en al zijn talenten en verdiensten. Maar zonder in te schikken. Ik claim mijn ruimte net zo goed.

Dan, als de energie er wat van af is vraag hem of hij alleen naar mij is gekomen om me over zijn succes te vertellen. Wat is eigenlijk de reden dat ‘ze’ vinden dat hij met mij moet praten? Hoe kan het toch dat ‘ze’ hem zo weinig begrijpen? Waarom hebben ‘ze’ eigenlijk zoveel moeite met hem? En als hij zo tevreden is met de resultaten die hij bereikt, hoe komt het dan dat ‘zij’ dat zo anders zien?

Zijn antwoorden zijn voorspelbaar. Dat ligt aan hunnie! Zij zijn traag, verkeerd opgeleid, oneerlijk, te emotioneel, niet stressbestendig en humorloos! Dat moet de verklaring zijn voor het feit dat ze maar niet willen zien hoe goed zijn plannen en resultaten zijn. En het tweede half uur gaat op aan het samen onderzoeken hoe hij zijn omgeving (nog) beter kan uitleggen waarom hij gelijk heeft. Ik zoek mee, en zeg dat ik me goed kan voorstellen hoe ondraaglijk het moet zijn om omringd te worden door zoveel onbenul. Maar na een tijdje blijkt dat hij alles al heeft geprobeerd. Overtuigen, dwingen, dreigen met weglopen, manipuleren. En bij zijn vorige bedrijf ging het eigenlijk net zo. Dus hij kan wel weer van baan veranderen, maar daar werken dezelfde soort mensen. Niks werkt.

Goh, zeg ik. En we zwijgen. Voor het eerst. Als we er nou eens van uit gaan dat zij blijven zoals ze zijn. Hoe moet het dan verder met hem? Dan, langzaam, zakt zijn strijdbaarheid. Misschien is het toch zo dat hij iets over het hoofd ziet? Dat er ergens tussen stupiditeit en weerstand nog iets ligt wat wel van belang is, maar wat hij niet herkent. Dat wat hij resultaat noemt, door anderen niet zo wordt gezien. Dat anderen wellicht een heel andere definitie van resultaat hanteren? En dat zij niet veranderen. En dat weggaan alleen betekent dat hij ergens anders in dezelfde situatie terecht komt. Zou het dan toch zo zijn dat hij wat moet veranderen? Maar wat dan? Hoe dan? Misschien moet hij zich gaan verdiepen in hoe die anderen kijken? En hoe hij daarbij aansluiting kan krijgen? Dat zou wel uiterst frustrerend zijn. Maar als dat nou het enige is dat hij nog niet heeft geprobeerd…?

En dan is de tijd op. We hebben anderhalf uur gepraat en mijn volgende afspraak komt er zo aan. Toch maar een afspraak maken voor een tweede gesprek dan? Ja misschien wel een goed idee. Als hij opstaat en me bij de deur een hand geeft aarzelt hij nog even. Dan zegt hij:

‘Dank. Ik wist dit eigenlijk allemaal al, maar het is toch goed om het nog even op een rijtje te zetten’.

‘Ik ga ze toch nog eens precies uitleggen hoe ik in elkaar zit. Dat moet toch wel werken’.

‘Het is maar goed dat je niet allemaal van die vage vragen hebt gesteld, want dan was ik in vijf minuten weg geweest.’

Ik lach. Tot de volgende keer!

Share This